Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de koning ging op in het huis des HEEREN, en met hem [3]alle man van Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, en de priesters en de [4]profeten, en al het volk, van den minste tot den meeste; en hij las voor hun oren al de woorden van het boek des verbonds, dat in het huis des HEEREN gevonden was. 3. Versta, de voornaamsten. 4. Sommigen verstaan door dezen: Jeremia, Zefanja en Uria; die in dezen tijd geleefd hebben. Anderen de discipelen der profeten, of de schriftgeleerden en ervarenen in de wet des Heeren.